Bij de oncoloog
voor het eerst en zeker niet voor het laatst
Klaas stopt vroeger met werken om mee te gaan naar de oncologe. Het wordt een gesprek en rondleiding van anderhalf uur. Eindelijk krijgen we vele antwoorden, en de meeste zijn positief.
Alle testuitslagen zijn nu gekend en er is niks te vinden. De TNM-classificatie is heel goed: de tumor was kleiner dan 2cm, de lymfeklieren zijn niet aangetast en er zijn geen uitzaaiingen gevonden. Omdat het een basaal type tumor is, valt er aan chemo echter niet te ontsnappen. Mijn jonge leeftijd is ook een minpunt. Dit type tumor is zeldzaam en nog niet goed gekend. Het is niet te behandelen met hormoontherapie. Dat is een wapen minder, maar heeft wel als voordeel dat ik niet vervroegd in menopauze zal gaan. Alles wat kleiner is dan een halve centimeter is met de huidige methoden niet op te sporen, dus we kunnen nooit helemaal zeker zijn dat er geen maligne cellen meer leven. We moeten dus wel met een kanon op een mug schieten, en we zullen tijdens de behandeling ook niet weten of er effect is. Maar de kans dat overgebleven kankercellen plots weer een tumor gaan vormen, wordt hierdoor wel nog veel kleiner.
Er staan me 8 behandelingen te wachten; de eerste vier zullen zwaarder zijn dan de laatste vier. Om de last van het prikken te vermijden, wordt er een port-a -cath ingeplant, en op 31 mei zal de eerste cocktail worden toegediend. Daarna volgt er elke drie weken een namiddag in het ziekenhuis tot eind oktober. Daarna volgen enkele weken recuperatie en dan de bestralingskuur. Dat zal in Antwerpen moeten gebeuren.
Als de hele behandeling afgelopen zal zijn, is er een jaar voorbij.
We worden nog rondgeleid op de afdeling en krijgen nog folders en veel uitleg van de borstverpleegkundige, die meteen de afspraken regelt voor een hartonderzoek en de inplanting van de port-a -cath.
Geen reacties